In het landschapspark Herzberge, een groene oase in de Berlijnse wijk Lichtenberg, streek eind negentiende eeuw het evangelisch ziekenhuis Koningin Elisabeth neer dat werd opgewarmd vanuit een apart ketelhuis.
Archief
Rond 1880 was het Berlijnse kopstation Anhalter Bahnhof een van de grootste stations van Europa, maar schade tijdens de Tweede Wereldoorlog en de splitsing van Berlijn gaven het station de genadeslag.
Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Dwars door de rotspartij waarop de kasteelruïne van de graven van Dalhem rust, werd begin twintigste eeuw een ruim 140 meter lange tunnel uitgegraven voor de aanleg van buurtspoorweg 466 tussen Luik en 's-Gravenvoeren.
Anderhalve eeuw geleden waren het geen Russische soldaten, maar Belgische ingenieurs en industriëlen die Oekraïne overspoelden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden in het Donetsbekken in het toenmalige zuiden van Rusland namelijk rijke steenkooladers aangeboord.
Aan de oevers van de Wye in Wales rust de kloosterruïne van Tintern Abbey. Net zoals de abdij van Villers-la-Ville in ons land, werd Tintern Abbey bevolkt door monniken van de Cisterciënzer Orde.
Een halve eeuw vocht het betonnen skelet van Cimenterie Delwart tegen de oprukkende natuur, maar vandaag krijgt de cementfabriek een nieuwe invulling.
Het voormalige weeshuis van Morlanwelz is nog maar een schim van zichzelf. Nochtans was het begin twintigste eeuw het sociale uithangbord van de liberale filantroop Raoul Warocqué.
De fototentoonstelling TRIAGE strijkt tussen 5 april en 29 juni neer in de kolenwasserij van de steenkoolmijn Blegny Mine nabij Luik.
Eind negentiende eeuw werd tussen Tamines en Mettet, beiden in de provincie Namen, spoorlijn 150 aangelegd. Treinen rijden er al sinds de jaren zestig niet meer, wel nog fietsen.
De Spuikom in Oostende veranderde tijdens de Eerste Wereldoorlog in een militaire luchtmachtbasis. Het Duitse leger stampte er begin 1917 namelijk het Seeflugstation Flandern II uit de grond om de haven van Oostende te verdedigen tegen Engelse aanvallen.
Advertenties